Graag bekijk ik het geboorteverhaal van Jezus met mijn aardse, lichaamsgerichte blik nèt even anders. Ik vraag me dus af: Zou Jezus met zijn kleine handjes hebben gegraaid naar de neus van de ezel? Zou hij de werkhandschoen van Josef in zijn mond hebben gestopt? En met mijn zijn ogen, die van Maria hebben gezocht? Dat moet toch erg waarschijnlijk zijn.
Wat vieren we eigenlijk met kerst? De incarnatie is letterlijk het vlees-worden. dus letterlijk dat de ziel samengaat met het lichaam. . De belichaming van de ziel geeft aanwezigheid op de wereld en tussen andere mensen. Een route die we allemaal langs zijn gegaan toen we zelf geboren werden. Maar het nieuwgeboren lichaam krijgt ook een ziel. Laten we eens uitgaan van het typisch beeld van Kerst, van Jezus in de kribbe.
Bij de geboorte is Jezus nog klein natuurlijk, en mag dat ook zijn. Dat vind ik inspirerend. De geboorte wordt nog net zo gevierd als zijn latere grootse daden. We kennen het beeld van Jezus die in de kribbe ligt, beschermd en aangeraakt door zijn ouders, warmgehouden door de adem van de ezel en de os, gedragen door de kribbe.
Aangeraakt en vastgehouden te worden te worden is als eerste belangrijk als je geboren wordt. Hierdoor ontspant het in de cellen van de baby, het is iets fysiologisch. Veiligheid in het lichaam. Dat is precies wat nodig is voor de ziel om te landen, in te dalen in het lichaam. Dan pas is de ziel bereid om samen te gaan met het lichaam, anders kijkt die wel goed uit! Stel dat de ezel in de kerststal telkens de kribbe zou hebben omgestoten of de os zou telkens heel hard hebben staan loeien, dan zou de schrik in het jonge lijfje zijn gekomen. En in een geschrokken babylijfje kan de ziel niet landen. Gelukkig zijn daar Josef en Maria bij geweest om de veiligheid van Jezus te bewaken en in te grijpen als dat nodig was geweest.
Net als elke baby zal Jezus naar de ogen van Maria hebben gekeken. Wat voor blik zal zij gehad hebben? Als we de beelden in de Katholieke kerken mogen geloven, zit het met de blik in de ogen van Maria wel goed: liefdevolle ogen die uitstralen: “Ik zie je je, je bent welkom, je hoort bij mij.” De ogen van moeder Maria geven een prettige houvast voor de baby. Ook in de lijfje van de baby komt er dan ontspanning en het kind voelt zich welkom.
Een gevoel van welkom zijn geeft weer een basis voor een gezond zelfbeeld. De overtuigingen over jezelf die je hebt: “ik mag er zijn”, “ik ben verbonden met mijn lichaam en sta in verbinding met de wereld”. Zo is je lichaam basis voor identiteit. Je krijgt zelfvertrouwen en een gezond zelfbeeld.
Als we kijken naar baby’s is er als eerste aanwezigheid, ofwel bezieling, in het hoofd. De ogen zijn al bijna zo groot als in volwassen staat, de oren kunnen al snel de toonhoogte van mensenstemmen volgen. Er is een visie die zegt dat als eerste de buik bezield wordt. Daar is ook wat voor te zeggen want in het embryo nog in de baarmoeder wordt als eerste de (oer) darm aangelegd en de darm gaat als eerste in werking. Later daalt de ziel verder het lijf in naar de romp, de armen, de benen. Daar waar de groei is, komt de ingebruikneming en komt (lichaams) bewustzijn.
Het gaat ook stap voor stap, het indalen en het volgt de natuurlijke groei van het lichaam. In de delen van het lichaam die als veilig ervaren worden, vertrouwd en bekend zijn, voelt je ziel zich thuis. Dat noem je geïntegreerd, opgenomen in het bewustzijn en is toegankelijk terrein. Delen van je lichaam kunnen ook minder goed geïntegreerd zijn. Je zou in de termen van het kerstverhaal kunnen spreken van ‘gedeeltelijke incarnatie’. In het uiterste geval heb je helemaal geen contact met een lichaamsdeel, dat noem je ‘afgesplitst’. Sommige mensen voelen zich niet prettig bij hun geslachtsorganen, anderen kunnen weer moeilijk contact maken met hun hart.
Een voorbeeld van iemand laatst in een workshop die zei: “Mijn ene been voelt leeg aan. Ik sta er liever niet op want ik wankel dan een beetje. Als ik met aandacht ga voelen, dan merk ik dat ik mijn gewicht er niet aan over te geven.” Je durft letterlijk je eigen voeten niet te betreden, je ruimte is beperkter dan zou kunnen in potentie. Je ziel woont niet in dat deel van je lichaam. Het been is niet bezield en de ziel wordt niet belichaamd door je been. Zo is belichaming en bezieling hetzelfde.
Ik heb zelf, als ik sta, altijd een beetje het gevoel dat mijn linkerarm er maar een beetje ‘bij’ hangt. Het voelt heel anders aan dan. Het voelt onaangenaam om mijn aandacht naar mijn linkerarm te brengen. Als ik loop dan beweegt mijn linkerarm wat slungelig voor mijn lichaam van links naar rechts, terwijl mijn rechterarm van voor naar achter beweegt. Die ‘doet manier normaal mee’ aan mijn wandelbeweging. Dat zou je ook een gedeeltelijke incarnatie kunnen noemen. In een sessie die ik ontving van mijn supervisor, bleek dat mijn linkerkant te maken had met angst. Door daarmee te werken is dat opgelost geraakt.
Hoe zou dat bij Jezus zijn geweest? Jezus was bezield, dat mogen we zo aannemen. Als het goed is dan was hij dus ook belichaamd. Hoe zou hij in zijn vel hebben gezeten? Ach, ik zou hem graag hebben ondervraagd als het kon.
Ben je er klaar voor om meer delen van jezelf te integreren in je leven, maar loop je tegen drempels aan? Dan kan ik je daarbij ondersteunen in mijn praktijk Lijfwerk voor lichaamsgerichte (trauma)therapie.
Heb je een stressvolle periode achter de rug? Of ben je veel getriggerd geweest de…
Veel mensen hebben ‘iets’ met controle. Controle over een situatie, over zichzelf, over anderen. Dat…
Oei oei oei, je grenzen aangeven. Dat hoop ik ooit nog eens te kunnen. Niet…
Graag bekijk ik het geboorteverhaal van Jezus net even anders met mijn aardse blik als…
Ben jij gemakkelijker met dieren dan met mensen? Zo goed en lief als je voor…